Hoe RWE een kolencentrale ‘CO2-negatief’ wil maken

Hoe RWE een kolencentrale ‘CO2-negatief’ wil maken Door: FHI, Federatie van Technologie Branches

Marinus Tabak, is plantmanager bij RWE. Samen met zijn collega’s houdt hij de RWE-centrale in de Eemshaven draaiende. Hoewel steenkool nog de primaire grondstof is, wil RWE onder andere met de stook van biomassa snel verduurzamen. Het bedrijf denkt de energiecentrale in de toekomst zelfs ‘CO2-negatief’ te kunnen laten draaien. Tijdens het PPA event zal Tabak hier meer over vertellen.

Door: Dimitri Reijerman

Momenteel is RWE al volop bezig met de energietransitie. Het energiebedrijf is daartoe mede gedreven door de Urgenda-doelstellingen van het kabinet, waarbij de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met een kwart moet verminderen ten opzichte van 1990. Tabak vertelt: “Wij hebben hier een project lopen om van kolen over te schakelen op biomassa en daarmee besparen wij 1,5 miljoen ton CO2 per jaar.”

De Eemshavencentrale is zeer geschikt voor deze overschakeling, zegt de plant manager van RWE: “Je hebt voor een andere brandstof een ander logistiek systeem nodig. Maar het is de meest geautomatiseerde energiecentrale van Nederland. We doen heel veel met intelligente sensoren, en zaken als artificial intelligence. We kunnen de hele fabriek bedienen met acht mensen terwijl we voor drie miljoen mensen stroom maken op een complex van 55 hectare. We hebben echt alles geautomatiseerd: van kolen afgraven tot het vullen van de bunkers.”

“Ons eerste project loopt naar 15 procent biomassa”, zegt Tabak. “Dat draait nu echt. We zijn hierin afhankelijk van  een subsidieprogramma. Niets kan qua prijs nog concurreren met steenkool op dit moment. Ook hangen vervolgstappen af van de overheid.”

Optimisme

Tabak zegt met betrekking tot de verduurzaming van Nederland een optimistisch geluid te willen laten horen: “We hebben al heel veel technologie om de doelstellingen te behalen. De uitdaging is om duurzamer en flexibeler te worden. Hoe doe je dat dan? Daar komt techniek en procesautomatisering bij kijken. Bijvoorbeeld voor een nieuwe onderhoudsstrategie, maar ook technologie om flexibeler te worden.”

Hij vervolgt zijn optimistische verhaal: “Ons plan is om CO2-negatief te worden. Dat kunnen we ook. Wat je doet is biomassa invoeren, bijvoorbeeld met reststromen uit de bosbouw. Ook worden er direct weer bomen aangeplant. Er komt dus geen nieuwe CO2 in de lucht. Maar er komt bij verbranding nog wel CO2 vrij. Deze kun je bij de schoorsteen afvangen en ondergronds opslaan of in producten verwerken. Zo wordt je CO2-negatief. Dat opslaan kun je offshore doen in lege gasvelden.”

Momenteel is CCS (carbon capture and storage) nog wel te duur. Tabak: “Is dat financieel haalbaar? Nee nog niet, dat komt doordat je concurreert met steenkool. We moeten anders gaan nadenken. Bijvoorbeeld door CO2 duurder te maken, subsidies te geven of om groene stroom uit Nederland te verplichten. Het is nu aan de politiek om deze keuzes te maken.”

Tabak blijft de optimistische toon vasthouden: “We moeten niet zo zuur zijn over de toekomst, dat is mijn boodschap. Als je de krant openslaat gaat het slechter dan ooit in de wereld, terwijl het juist beter gaat dan ooit. Er leven veel minder mensen in extreme armoede bijvoorbeeld. En verhalen dat de energietransitie pijn gaat doen, dat is onzin. Ik ben daar heel optimistisch over. Met technologie kun je zoveel.”

Grotere ambities

Over kritiek vanuit sommige wetenschappers die kanttekeningen zetten bij de bijstook van biomassa, is Tabak ook duidelijk: “Het IPCC, de grootste club van wetenschappers op het gebied van klimaatverandering, stelt dat in 114 van de 116 doorrekeningen we niet zonder biomassa kunnen, maar dan wel in combinatie met carbon capture and storage. Zal biomassa 100 procent van het probleem oplossen? Absoluut niet. Net als zon en wind dat niet kunnen. Het wordt én, én, én.”

Bovendien heeft RWE meer ambities dan alleen het verstoken van biomassa, zegt Tabak: “We willen samen met Innogy een waterstoffabriek gaan bouwen in de Eemshaven. We zijn al nummer twee in offshore wind. Als je heel veel wind hebt en een laag stroomverbruik, dan is waterstof een van de oplossingen. In de Eemshaven willen we een electrolyser koppelen aan een windpark. Het ziet er heel positief uit. Bij leveranciers hebben we tal van aanvragen gedaan. Daar krijgen we nu reacties op en kunnen we een business case maken. De realisatie hangt onder andere af van de stimuleringsmaatregelen. Groene waterstof concurreert nog lang niet met grijze waterstof. Uiteindelijk willen we de waterstof aan de industrie gaan leveren. Dat lijkt ons een hele logische stap.”

Inmiddels heeft de Europese Unie in een Green Deal ambitieuze plannen geformuleerd om de emissies van de EU in 2030 met 55 procent te verminderen. Tabak is daar blij mee: “Ik vind het super van de EU om dat te gaan doen. Biomassa is daar ook een onderdeel van, net als waterstof en batterijen. Ik hoop dat deze plannen gevolgd worden door daadkracht. Er zijn heel veel ambities, we kunnen het gaan oplossen.”

Wilt u de lezing van Marinus Tabak bijwonen? Registreer u kosteloos voor het PPA event op 28 januari in Den Bosch.