5G-technologie en fiber-to-the-home moeten de kar voor de telecomsector gaan trekken

5G-technologie en fiber-to-the-home moeten de kar voor de telecomsector gaan trekken Door: FHI, Federatie van Technologie Branches

Meer glasvezel en de komst van 5G-netwerken, dat zijn de next-generation netwerken waar providers op inzetten. Bovendien smelten vaste en mobiele netwerken samen, convergentie geheten, terwijl het aanbieden van diensten steeds belangrijker wordt.

Door: Dimitri Reijerman

Dat zegt Tim Poulus, analist bij Telecompaper en spreker op het Telecom Infra Event. Bij Telecompaper probeert hij samen met zijn collega’s de vinger te leggen op actuele ontwikkelingen in de markt. Tijdens zijn lezing zal hij dieper ingaan op de opkomst van next-generation netwerken. En dat gaat hard, zegt Poulus: “In het mobiele domein hebben we het nu over 5G, en over een paar jaar misschien al over 6G. In het vaste domein hebben we het voornamelijk over glasvezel. Maar ook de kabelaars zijn bezig met de overschakeling naar nieuwe technieken. Docsis 3.1 komt er bijvoorbeeld aan.”

In Nederland kunnen telecomproviders, na het binnenhalen van de te veilen frequenties, vanaf volgend jaar een 5G-netwerk gaan optuigen. Het gaat in eerste instantie om een multibandveiling op de lagere frequentiebanden: op 700, 1.400 en 2.100 MHz. In 2022 moet de 3,5GHz-band vrij komen als het satellietafluisterstation in Burum is verplaatst.

In 2020 al 5G

“De dag na de veiling hebben we landelijk 5G op de 700MHz-band”, voorspelt Poulus. “Het is een kwestie van een druk op de knop. Vermoedelijk is T-Mobile de eerste. KPN ziet 5G vooral als een zakelijke oplossing die nuttig is voor bepaalde innovaties. Ik vraag met af of dat wel klopt, of dit een niet te pragmatische benadering is.”

Om 5G mogelijk te maken, zijn vaste fiberverbindingen volgens Poulus noodzakelijk: “Voor 5G is een fijnmazig glasvezelnetwerk nodig”, zegt hij. “Als je al heel veel glasvezel hebt liggen, kun je betrekkelijk eenvoudig 5G-antennes gaan aanleggen.”

De grote providers hebben al een aanzienlijk deel van hun vaste verbindingen ‘verglaasd’, maar er zijn verschillen. “Ik denk dat je wel kunt zeggen dat het niet handig is geweest van KPN om de aanleg van glasvezel een paar jaar stil te leggen. Ze hebben VDSL als interim-technologie aangeboden, maar daardoor toch tijd verloren. Maar ook Ziggo heeft gewacht met investeringen in Docsis 3.1-technologie. Ze houden elkaar daarmee enigszins in evenwicht.” Ook wijst hij er op dat er nog andere glasvezelaanbieders zijn, waaronder Eurofiber en T-Mobile met zijn overname van Tele2.

Convergentie economische noodzaak

Wat alle providers ervaren is dat de convergentie tussen vast en mobiel verder doorzet. Dat is ook bedrijfseconomisch noodzakelijk, zegt Poulus: “KPN bijvoorbeeld heeft nu nog vijf kernnetwerken. Ze kijken naar mogelijkheden om deze vijf kernnetwerken te laten fuseren tot één kernnetwerk. Dan zal KPN aardige kostenbesparingen opleveren.”

Tenslotte wil Poulus nog wijzen op een andere ontwikkeling in de telecommarkt: de opkomst van diensten die profiteren van hogere snelheden. “Je kunt de opkomst van nieuwe video on demand-diensten zien, zoals HBO Max en Disney. De markt is opengebroken door Netflix. Maar de winst wordt nu nog gemaakt op de verbinding, de diensten zijn vaak nog lokkertjes.”