Tekst: Laura Timmermans
Beeld: Marco de Swart

Een gebouwbeheersysteem (GBS) met het gebruiksgemak van een smartphone? Het is volgens Gerben de Haan, sales manager bij Siemens Smart Infrastructure, de toekomst. ‘Vroeger had je én een portemonnee, én een telefoon én een camera. Zoals je dat nu gebundeld en gepersonaliseerd in de vorm van een smartphone in je broekzak bij je draagt, besturen we over niet al te lange tijd ook een heel gebouw vanaf één centraal GBS.’

Eén systeem voor gebouwbeheer, energiemonitoring, brandmeldingen, verlichting, toegang, klimaat en de digital twin. Een cluster van verschillende systemen monitort en bestuurt al deze uiteenlopende gebouwfuncties. Vaak van verschillende leveranciers, maar allen met hetzelfde doel; het in vele opzichten verbeteren van een gebouw, het verlagen van het energiegebruik en het verhogen van het comfort voor de aanwezigen.
Met al die verschillende mogelijkheden rijst ook de vraag of het tijd is voor een allesomvattend platform. Die en andere vragen over onder andere de invloed van nieuwe wet- en regelgeving, zoals het hebben van een Gebouwautomatisering- en controlesystemen (GACS) en voldoen aan NIS2 aangaande cybersecurity, leggen we voor aan sales manager Gerben de Haan.

Wat is uw gedachte over een tweede generatie GBS?

‘Niet alleen ben ik er groot voorstander van, ik denk dat er vanuit de markt ook een behoefte aan is. Iedereen – van eindgebruikers tot installateurs – kan er namelijk van profiteren. De een omdat er nog maar één platform is van waaruit ze alles kunnen aansturen, monitoren en bijsturen, de ander omdat ze alle installatieonderdelen kunnen onderbrengen onder een overzichtelijke paraplu. Ik zie ook een rol weggelegd voor het GBS als onderdeel van een microgrid, waarin onder andere elektrische auto’s, gebouwbeheersystemen, batterijen en zonnepanelen samenwerken om het energienet te balanceren. Dat beperkt zich dan niet tot de eigen postcode en huisnummer, maar strekt zich uit naar gebouwen er omheen. Je gebruikt energie en bent tegelijkertijd een bron van duurzaam opgewekte energie.’

Welke functies zouden volgens u deel uit moeten maken van zo’n GBS 2.0?

‘Het belangrijkste is dat het GBS aanvoelt als een smartphone. Iedereen met een Android of iOS toestel heeft een telefoon die voor 80 procent overeenkomt. De overige 20 procent kan de eindgebruiker, zoals ook bij een GBS zou moeten, naar eigen wens personaliseren. Wat betreft functies kun je het zo gek maken als je zelf wil. Ik zou daarom geen enkele functie uitsluiten en denk zelfs aan een marktplaats voor GBS-systemen waarop iedere leverancier of ontwikkelaar zijn product/functie aanbiedt. Geïnteresseerden kunnen dan, afhankelijk van hun behoeften, onderdelen bij elkaar shoppen. De basis zou daarom een open basisnetwerk moeten zijn, vanuit waar een GBS opgebouwd kan worden.’

Zijn er specifieke protocollen die we daarbij in overweging moeten nemen?

‘Om te zorgen dat het niet met elkaar botst, heb je een open platform nodig dat werkt op basis van gangbare protocollen. In de wereld van gebouwautomatisering is BACnet zo’n standaard. Het maakt dan ook niet uit welke leveranciers je nog meer gebruikt. Als zij allemaal met diezelfde marktstandaarden werken, kun je zonder problemen hun oplossingen verwerken in één GBS. Dat standaardiseren van de protocollen kan ervoor zorgen dat het daadwerkelijk realiseren van een overkoepelend gebouwbeheersysteem in een stroomversnelling komt. Nu houdt iedere gebouweigenaar, leverancier of installateur er z’n eigen principes op na. Die vrijheid werkt averechts. Zodra je met elkaar een standaard afstemt, kun je stappen maken.’

Klinkt als een plan. Wat houdt ons dan nog tegen?

‘Een GBS implementeer je niet voor slechts één of twee jaar. Het is een eenmalige dure investering waar je vervolgens meer dan tien jaar van profiteert. We zitten momenteel in een overlappende fase. Nieuwe technieken bestormen de markt, terwijl de ‘oudere’ beheersystemen nog niet zijn afgeschreven.’
‘Dat zorgt ervoor dat gebouwbeheerders in een spagaat belanden. Enerzijds willen ze meegaan met de tijd en een gebouw nog slimmer maken. Anderzijds zien zij geen meerwaarde in een ‘second generation’ GBS omdat het huidige systeem nog prima functioneert en een nieuwe versie een grote hap uit de financiële begroting is.’
‘We moeten dus vooral proberen om het conservatieve, geldbewuste denken te doorbreken. Zo’n superslim GBS ontzorgt, denkt mee over het energiegebruik, eventuele energiebesparing en geeft tips over het optimale comfortniveau voor werknemers. Ja, op de korte termijn voel je dat in de portemonnee, maar op de lange termijn levert het heel veel op.’

Nieuwe technieken zijn er in overvloed. Welk effect heeft wet- en regelgeving daarop?

‘Nemen we een GBS van vandaag de dag onder de loep, dan concludeer ik dat je voor een nieuwe versie een hoop extra functionaliteiten moet toevoegen. Zeker de richtlijn omtrent Gebouwautomatisering- en controlesystemen (GACS) brengt de noodzaak met zich mee om hiermee toch aan de slag te gaan. De richtlijn verplicht vanaf 1 januari 2026 de aanwezigheid van een GACS voor utiliteitsgebouwen met een gezamenlijk nominaal vermogen (koelen en/of verwarmen) van 290 kW of meer. Met deze eis wordt invulling gegeven aan de tweede herziening van de Europese richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (EPBD III).’

‘Dat betekent dus dat bedrijven vanaf die datum moeten meten en registreren hoeveel energie ze consumeren, zodat ze kunnen ingrijpen als er afwijkende cijfers optreden. Veel van de hedendaagse gebouwbeheersystemen hebben die functionaliteit niet. Nu is dus eigenlijk hét moment om je GBS aan te passen zodat je aan die regel kunt voldoen. Als je dan toch bezig bent, pak het dan meteen goed aan; integreer extra functionaliteiten die je gebouw toekomstbestendig maken.’

Hoe zit het met cybersecurity?

‘Ook daar speelt wet- en regelgeving een belangrijke rol in. De Cyberbeveilingswet, de NIS2-richtlijn, houdt in dat bedrijven moeten aantonen dat ze cyberweerbaar zijn, ofwel dat ze niet zomaar gehackt kunnen worden. Dat vereist heel wat van bedrijven. Tegelijkertijd vormt het, naast zoiets als GACS, voor gebouweigenaren of opdrachtgevers nóg een trigger om het huidige GBS aan te passen naar de huidige standaarden.’
‘Als initiator van de Charter of Trust spoort Siemens ook ketenpartijen, waaronder installateurs en onderhoudspartijen, aan om goed na te denken over mogelijke cyberrisico’s. Uiteraard ligt ook een grote verantwoordelijkheid bij de gebruikers van gebouwbeheersystemen. Welke processen heb je als organisatie voor het beveiligen van je installaties? Is er bijvoorbeeld een Emergency Management Procedure voor cyberaanvallen? Controleer je of beveiligingsupdates daadwerkelijk worden geïnstalleerd? Dat mag bij veel bedrijven best nog scherper op het netvlies staan.’

‘Anderzijds komen er meer mogelijkheden bij om cybersecurity via de Cloud uit te besteden. In de IT is dit al jaren gebruikelijk. Blijft de vraag hoeveel bedrijven willen betalen voor dergelijke dienstverlening. Investeren in cybersecurity levert niet direct extra functionaliteit op. Als je goed beveiligd bent, merk je een hackpoging waarschijnlijk niet. Vergelijk het met een autogordel. Die zit tegenwoordig standaard in elke auto. Maar zouden we hem ook willen als we er extra voor moesten betalen?’

‘Wat is een virusscanner op je gebouwbeheersysteem je waard? Die afweging moet uiteindelijk elk bedrijf voor zich maken, maar wat ons betreft is het al lang niet meer optioneel. We zien helaas nog te vaak dat de prijs de doorslag geeft zonder dat er aandacht is voor cybersecurity.’

Wat betekent dit alles voor installateurs?

‘Een nieuw, uitgebreid gebouwbeheersysteem omvat ontzettend veel verschillende elementen, zowel E- als W-georiënteerd. Veel installatiebedrijven pretenderen in mijn optiek allround te zijn, maar brengen achter de voordeur E- en W-taken, brandveiligheid en cybersecurity alsnog onder bij verschillende contactpersonen. Voor een GBS waarin echt alle factoren samenwerken, heb je installateurs nodig met kennis van verschillende systemen. De moeilijkheid voor hen ligt in het zich kunnen verplaatsen in en het zien van de meerwaarde voor de eindgebruiker. Wat ze daarbij vaak vergeten is dat het eenmalig echt een flinke investering in tijd en kennis is. Het uiteindelijke doel is dat ze zo min mogelijk interactie met het systeem hebben, omdat het zelf alles regelt. Daar bespaar je op den duur tijd en kosten mee. Ofwel; het verdient zichzelf terug.’

‘Ze moeten zich ook niet laten tegenhouden door hun eventueel gelimiteerde kennis. Informeer in dat geval gewoon bij een partij die er wel kennis van heeft, zoals een system integrator. Techniek Nederland, TVVL en FHI Gebouw Automatisering zeggen het al een tijdje: bundel kennis en expertise, maak gebruik van wat aanwezig is in de markt. Samenwerken is namelijk het woord dat ons naar de toekomst, of in dit geval een ‘second generation’ gebouwbeheersysteem, brengt.’

Lees het originele artikel op de website van Techniek Nederland.

Technology Netherlands

FHI, federatie van technologiebranches
nl_NLNederlands