Op woensdag 11 juni organiseert FHI de conferentie Digitaal Gebouw van de Toekomst in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht. Willem Adriaanssen geeft deze dag een inspirerend betoog over duurzame ontwikkelingen in de gebouwde omgeving.

Willem Adriaanssen, partner bij adviesbureau Hevo, vertelt enthousiast over de huisvestingsvraagstukken die zij duurzaam ontwikkelen en exploiteren. “De basis van alle ontwikkelingsvraagstukken ligt in het zoeken naar de juiste balans”, stelt hij. Hevo werkt met een model dat acht niveaus onderscheidt (zie afbeelding), als treden van een trap – met Geluk bovenaan en Energie onderaan. De acht treden bestaan uit: Geluk, Gezondheid, Economie, Cultuur, Soorten (flora fauna), Ecosysteem, Materialen en Energie. Afhankelijk van het project ligt de nadruk op een of meerdere treden, maar altijd is onderlinge balans én overeenstemming tussen de betrokken partijen essentieel. Het model dwingt tot een integrale benadering van elk niveau.

Een grote uitdaging is dat deze niveaus vaak botsen. Adriaanssen noemt als voorbeeld het thema Energie: “Al decennia lang worden de energie-eisen steeds strenger. De trend is dat gebouwen steeds energiezuiniger moeten. Of nog beter: van energie gebruikend, via energieneutraal, naar energie producerend.  Maar met de huidige netcongestie kunnen nieuwe gebouwen hun energie soms niet terugleveren. De balans is hier zoek.

Deze problematiek beperkt zich niet tot Energie. Ook bij bijvoorbeeld circulaire materialen botsen ambities met eisen, zoals brandveiligheid. Het model maakt zulke tegengestelde belangen inzichtelijk. En de kunst is het om hier een balans in te vinden. Volgens Adriaanssen schieten we daarin nu vaak door. Sommige niveaus raken onderbelicht of projecten belanden in een patstelling – denk aan stikstofproblematiek en netcongestie.

Onderaan de trap begin je bij het thema Energie en probeer je stapsgewijs een trede hoger te komen. Maar elke trede brengt nieuwe uitdagingen. De stap van Energie naar Materialen roept direct vragen op over duurzaamheid. Vragen die je vooraf zo veel mogelijk moet hebben geformuleerd én beantwoord.

Met de beste intenties veroorzaakt de ene maatregel tal van problemen voor een ander thema. Volgens Willem is dit de grootste opgave waar bouwend Nederland nu mee te maken heeft. De hele keten is hierbij betrokken. De sleutel is: technische oplossingen met elkaar verbinden.

Inspireren

Een gedeeld verhaal vormt de noodzakelijke basis voor ieder project. Een ambitieus project vraagt een gezamenlijke visie waarin iedereen als een teamspeler bijdraagt. Dit vereist lef, creativiteit en een afwijzing van snelle standaardoplossingen. “Hiermee wordt een werkproject een onderzoeksproject waaruit een ontwerp voortvloeit”, legt Adriaanssen uit.

Bij aanbestedingen ligt de nadruk vaak op de laagste prijs. Adriaanssen is daar kritisch over: “Concurreren op prijs is het duurste dat je kunt doen. Goedkoop is duurkoop.” De balans is hier cruciaal. Ligt de nadruk op pure winst dan is het resultaat van een project heel anders dan wanneer het behoud van ecosystemen centraal staat. Toch benadrukt hij: “De schoorsteen moet roken. We moeten natuurlijk geld verdienen. Maar dit hoeft niet ten koste te gaan van de volledige flora en fauna.” Voorbeelden genoeg waarin ecologische investeringen zich dubbel en dwars uitbetalen – zoals het vergroenen van bedrijventerreinen of openbare ruimtes. Simpele ingrepen kunnen deze veranderen in bloeiende insectenparadijzen.

Adriaanssen ontwikkelde een eenvoudige methode om prijsconcurrentie te vermijden. De eerste stap is eigenaarschap. De opdrachtgever is verbonden met het project en wil een kwalitatief eindproduct. Of het nu om een paperclip gaat, een schoolgebouw of een luchthaven – de opdrachtgever zoekt betrouwbare partners voor een vast budget. En precies daar zit de kracht: het budget ligt vast, dus wordt er niet meer op prijs geconcurreerd.

Alle betrokken partijen worden actief uitgedaagd om binnen het budget met de beste oplossingen te komen. Eigenschap en verantwoordelijkheid worden gedeeld. “Binnen de bouw is deze manier van werken revolutionair”, zegt Adriaanssen. “De opdrachtgever is vaak niet gebaat bij een gebouw dat bijvoorbeeld 100.000 euro goedkoper is dan begroot. Het geld is ervoor gereserveerd en mag eraan besteed worden. De eis die de opdrachtgever wel heeft, is dat het geld goed besteed wordt. Het belang van de opdrachtgever is dat ze krijgen wat ze verlangen van een zo hoog mogelijke kwaliteit.“ Slimme kostenbesparingen kunnen zo elders in het project worden ingezet. Alle partijen worden met deze manier van werken uitgedaagd om slim kosten te besparen én te investeren in innovatie.

Vanuit deze aanpak gaat Adriaanssen het gesprek aan met de ontwikkelaars, leveranciers en aannemers. Juist door deze transparantie en heldere verwachtingen, ontwikkel je binnen een project een dynamiek die draait om samenwerking en verbinding. Een instelling die zijn investering meer dan waard is.

Duurzame welvaart

Willen we samen rijker worden of word ik alleen rijker wanneer jij omvalt? Met deze filosofische vraag sluiten we het interview af. Adriaanssen antwoordt stellig dat duurzame rijkdom alleen bestaat in een wereld waarin we samenwerken. Enthousiast schets hij een wereld waarin duurzame ambitie een waardevolle kwaliteit is. Gericht op kansen, niet op beperkingen.

Willem Adriaanssen vertelt woensdag 11 juni zijn verhaal tijdens de conferentie Digitaal Gebouw van de Toekomst. Kom naar de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht, ontmoet de exposanten op de beursvloer en doe inspiratie op.

Digitaal Gebouw van de Toekomst

Stap in de toekomst van gebouwautomatisering tijdens de conferentie Digitaal Gebouw van de Toekomst. Hier komen innovatie, technologie en kennisdeling samen. Ontdek hoe de nieuwste technologische ontwikkelingen de gebouwde omgeving transformeren en hoe deze innovaties de manier waarop we leven en werken verbeteren. Naast een mooi lezingen programma, is er ook een uitgebreide beursvloer met exposanten die graag je vragen rondom technologie in gebouwen beantwoorden.
Meer informatie
FHI, federatie van technologiebranches
en_GBEnglish (UK)