Hoe twee panda's Ouwehands Dierenpark weer op de kaart zetten
Het Ouwehands Dierenpark huisvest vol trots de twee reuzenpanda’s Wu Wen en Xing Ya in het luxueuze Pandasia-verblijf. Ouwehands-directeur Robin de Lange gaf tijdens de FHI ledennetwerkbijeenkomst en managementsessie in de dierentuin zijn visie op de komst van de panda’s, de invloed van het project op marketing, de banden met internationale politiek en nieuwe ondernemersinzichten.
Voor een groep van ruim honderd FHI-leden schetste De Lange de geschiedenis van het dierenpark in Rhenen. Met name in de jaren tachtig en negentig kreeg de dierentuin het steeds zwaarder: dalende bezoekersaantallen zorgde voor financiële problemen. “Je trekt geen volle parken met het feit dat je de groenste van Nederland bent. In 2000 waren we bijna failliet”, vertelde de directeur. “Het werd hoog tijd om ons meer te onderscheiden.”
De ommekeer kwam toen rasondernemer en natuurliefhebber Marcel Boekhoorn eigenaar werd van Ouwehands Dierenpark. Het roer ging om door de focus meer te leggen op vernieuwing, meer investeringen en de introductie van nieuwe diersoorten. Ook het concept van het park veranderde: Ouwehands werd een dierenspeeltuin met de focus op het vermaken van kinderen.
Maar het park wilde meer, vertelde De Lange. Een langgekoesterde droom was het binnenhalen van een aantal reuzenpanda’s. Via de toenmalige premier Kok werden de eerste contacten met de top van China gelegd en De Lange ging samen met zijn collega’s op bezoek bij fokcentra in China.
Om de komst van de panda’s uiteindelijk veilig te stellen, was volgens De Lange veel geduld nodig: “Een dierentuin moet je als een bedrijf runnen. Dus we wilden snelheid. Maar diplomatie en politiek heeft tijd nodig. De komst van panda’s moet je zien als een cadeau van China aan een land, een teken van vriendschap.”
Pandasia-verblijf
Uiteindelijk werd de deal met een staatsbezoek in 2015 van de koning en koningin aan China bezegeld. Voor de panda’s Wu Wen en Xing Ya werd het luxueuze Pandasia-verblijf gebouwd, een project dat 7 miljoen euro kostte. De dieren zijn voor zeker 15 jaar aan Rhenen ‘uitgeleend’, waarbij het dierenpark jaarlijks 1 miljoen euro aan China overmaakt voor diverse programma’s rondom de panda.
De komst van de panda’s heeft het dierenpark geen windeieren gelegd. Volgens de directeur is het bezoek de afgelopen twee jaar met 50 procent toegenomen. Daardoor kan de dierentuin zich meer focussen op zijn stichting Ouwehands Zoo Foundation die tot doel heeft om natuurbescherming te stimuleren, wetenschappelijk onderzoek uit te voeren samen met onder andere de universiteiten van Wageningen en Utrecht, en het verzorgen van educatie over de natuur. Inmiddels zijn er plannen om een verblijf voor bonobo’s – een primaat die samen met haar naaste verwant de chimpansee van alle levende diersoorten het dichtst staat bij de mens – te gaan bouwen. In feite zijn deze plannen indirect door de panda’s gefinancierd.
Ondanks de successen die Wu Wen en Xing Ya het dierenpark hebben bezorgd, heeft De Lange nog een droom: de komst van een babypanda. De twee panda’s zijn inmiddels (bijna) geslachtsrijp, waardoor het de komende tijd spannend wordt of er een derde panda in Rhenen komt.
Na afloop van zijn inspirerende lezing werd De Lange vanuit het publiek bestookt met vragen over het Pandasia-pandaproject. Hoe komen jullie bijvoorbeeld aan de bamboe? (Antwoord: geleverd door een specialistisch bedrijf uit Asten) en hoeveel bamboe wordt er gegeten? (er gaat 700kg bamboe per week doorheen). Tijdens de afsluitende FHI-netwerkborrel bleven de bedreigde maar bewonderde dieren nog lang het onderwerp van gesprek.