Medische apparaten goed voor patiënt en economie
Medische technologie (MedTech) speelt een grote rol in de gezondheidszorg. Het verbetert het welzijn van patiënten en ook de economie krijgt een positieve impuls. De opmars van MedTech in Nederland dreigt echter vertraging op te lopen door bureaucratische rompslomp en conflicterende belangen. Een langetermijnstrategie ontbreekt, net als de financiële middelen om de sector door te ontwikkelen. Wetenschappelijk onderzoeker Natallia Uzunbajakava en strategisch manager Onno Huiskamp van TNO Holst Centre willen het tij keren. Zij delen hun plannen tijdens het Medische Elektronica event, op dinsdag 6 februari in Vianen.
Uzunbajakava en Huiskamp zijn mede-initiatiefnemers van Tech4Health, een programma dat een boost wil geven aan de medische technologiesector in Nederland. Tech4Health is ontwikkeld in samenwerking met onderzoekers van het Technical Medical Centre van de Universiteit Twente en is nog ‘onder constructie’. In het najaar worden de plannen ingediend bij het Nationaal Groeifonds van de Rijksoverheid, maar de voorbereidingen zijn al in volle gang.
Uzunbajakava: “Met meer dan 34.000 bedrijven die op Europees niveau actief zijn, is de MedTech-sector echt een verdienmodel voor Nederland. Het leuke is dat de meeste innovaties uit de koker komen van het MKB en startups. Grote MedTech-bedrijven zijn terughoudender met innoveren en risicomijdend. Tech4Health wil juist deze kleinschalige, innovatieve partijen een steun in de rug geven, zowel in financieel als in wetenschappelijk opzicht.”
Bewuste tegenwerking
Huiskamp vult aan: “We richten ons binnen het programma op drie impactlijnen. Ten eerste willen we aan de slag met twee sterke ecosystemen rond imaging technology (o.a. MRI, ultrasound) en sensoren (draagbare medische apparatuur, wearables). Daarnaast willen we Nederlandse MedTech-partners en met name startups helpen om hun producten in Nederland en in het buitenland op de markt te brengen.”
De plannen zijn ambitieus. “Het doel is om innovaties langdurig door te ontwikkelen, testfaciliteiten op te zetten en behandelmethodes vast te leggen voor nieuwe technologische ontwikkelingen,” vertelt Huiskamp enthousiast. Ook is het de bedoeling om obstakels voor innovatie uit de weg ruimen. En dat is nodig, want de succesvolle lancering van nieuwe medische technologieën is niet alleen afhankelijk van prestaties, maar ook van samenwerking – bijvoorbeeld tussen zorgverzekeraars en medische hulpverleners. “Soms wordt de lancering bewust tegengewerkt door commerciële partijen die bang zijn voor marktverlies. De nieuwe technologie, met betere prestaties, is dus niet altijd welkom,” aldus Uzunbajakava.
Patiënten kwijt
“Vanuit mijn betrokkenheid bij de dermatologiesector herken ik gelijkwaardige situaties met behandelapparatuur voor cosmetische dermatologie,” vervolgt Uzunbajakava. “Eigenaren van (cosmetische) dermatologische klinieken waren bang dat ze hun patiënten én werk kwijtraakten door de introductie van zogenoemde home-use-devices. Dat zijn apparaten die mensen zelf thuis kunnen gebruiken. Na jarenlang overleg met belanghebbende partijen kwamen wij tot een consensus: home-use-devices zijn aanvullend. Ze brengen meer patiënten naar klinieken die behandelingen verrichten met professionele toestellen. Na behandeling in een kliniek, kan de patiënt thuis met een home-use device aan de slag voor langdurig resultaat en onderhoud.”
Bureaucratische strooppot
Naast technische uitdagingen en tegenwerking, loopt de sector ook aan tegen een ‘bureaucratische strooppot’, zoals Huiskamp het uitdrukt. Hij illustreert dit met een praktijkvoorbeeld. “Er zijn wearables op de markt in de vorm van pleisters die continue medische data meten van de patiënt. Het liefst zou je zo’n wearable al in de ambulance opplakken, want dat levert direct relevante informatie op over de gezondheidstoestand. Iedereen ziet het nut hiervan in – patiënten, artsen en ook het ambulancepersoneel – maar toch mag het niet, omdat protocollen ontbreken.”
In gesprek
Huiskamp vervolgt: “Dit voorbeeld maakt duidelijk hoe noodzakelijk het is om met elkaar in gesprek te gaan. Enerzijds om belemmeringen uit de weg te ruimen, anderzijds om de time-to-market te verkorten. Met een sterk functionerend, pluralistisch MedTech innovatie-ecosysteem kunnen we dit doel bereiken.” Als de plannen worden goedgekeurd is er straks circa 540 miljoen euro beschikbaar om Nederland als koploper binnen de EU op de kaart te zetten. Uzunbajakava: “TNO Holst Centre en het TechMed Centre van UT Twente vervullen een coördinerende rol binnen Tech4Health, maar we zijn ook op zoek naar industriële partners om een bijdrage te leveren aan het voorstel en het innovatie-ecosysteem.”
Paneldiscussie
Op het FHI-event ‘Medische Elektronica, op dinsdag 6 februari in Vianen, nemen Huiskamp en Uzunbajakava het podium om hun ideeën met de aanwezigen te delen. Uzunbajakava geeft om 14.30 uur een presentatie over het Nationaal Groeifonds MedTech, waarna Huiskamp het stokje overneemt voor een inhoudelijke paneldiscussie met vier MedTech-specialisten afkomstig uit de wetenschap en de industrie. Het onderwerp van de discussie is: de weg voorwaarts voor medische elektronica in Nederland. Een actueel thema dat naar verwachting het nodige stof zal doen opwaaien. De panelleden zijn inmiddels bekend. Naast Uzunbajakava hebben Rob Kleihorst (Philips Healthtech), Dennis Klomp (UMC Utrecht) en Wouter Eijgelaar (Nierstichting) hun medewerking toegezegd.
Meld je gratis aan
Wil jij weten hoe de panelleden de toekomst van medische elektronica in Nederland voor zich zien, of ben je nieuwsgierig naar het MedTech-project van TNO en de TU Twente? Meld je dan kosteloos aan voor het Medische Elektronica event via: Programma – Medische Elektronica (fhi.nl).