De gebouwde omgeving verandert razendsnel. Waar vroeger de cv-installatie en de conciërge de ruggengraat vormden van vastgoedbeheer, nemen algoritmes, sensoren en dashboards het stokje over. Tijdens de masterclass Innovatief en efficiënt vastgoedbeheer, georganiseerd door VGME en FHI Gebouw Automatisering, stond één vraag centraal: hoe blijft de mens centraal staan nu gebouwen zelf steeds slimmer worden?

Digitalisering is geen keuze, maar een voorwaarde voor duurzame gebouwen. Cliff Willems, product- en portfoliomanager bij Siemens, benadrukt dat gebouwen wereldwijd nog steeds een van de grootste vervuilers zijn. Slimme technologie is essentieel om de uitstoot te verminderen. Maar, zo waarschuwt hij, technologie op zichzelf verandert niets. “Het gaat erom hoe we die technologie gebruiken. Mensen zijn cruciaal om de gebouwdata om te zetten naar concrete acties”, zegt Willems.

Dit blijkt ook in de praktijk. Zo heeft een geavanceerd klimaatsysteem weinig effect als huurders de ramen openzetten. Vastgoedbeheerders zien dat de technologie vaak al aanwezig is, maar dat de adoptie stokt. Communicatie met huurders en gebruikers is minstens zo belangrijk als de technologie zelf. De uitdaging ligt niet in nóg slimmere algoritmes, maar in gedrag, bewustwording en samenwerking in de hele keten.

Een samenspel van markt en overheid

Ook Arjen Ouwehand, senior vastgoedmarktanalist bij Rabobank benadrukt dat slimme gebouwen alleen werken als ze aansluiten bij de gebruikers. “We moeten niet vergeten voor wie we gebouwen maken. Uiteindelijk zijn het de huurders en medewerkers die bepalen of een gebouw functioneert.” Ouwehand ziet bijvoorbeeld dat grote bedrijven steeds vaker kiezen voor locaties in binnensteden of nabij openbaar vervoer, mede vanwege duurzaamheidseisen en veranderende werkpatronen.

De vastgoedmarkt is continu in beweging. Vraag en aanbod, economische groei, rente, en politieke keuzes beïnvloeden hoe gebouwen worden gebruikt en beheerd. Ouwehand schetst dat beleggers steeds selectiever worden: logistieke hallen en woningen zijn populair, terwijl kantoren nog steeds herontwikkeling en verduurzaming vragen. Overheidsbeleid, zoals energielabel C voor kantoren of regulering van de woningmarkt, speelt hier een grote rol. “Het is een samenspel van markt en overheid”, zegt Ouwehand.

Gebouwen als ontmoetingsplekken

Kijkend naar 2050, zien de experts energiepositieve, deels zelfsturende gebouwen voor zich. Maar het gebouw staat nooit op zichzelf. Willems stelt: “Ik zie liever dat de mens centraal staat. Gebouwen zijn er voor de gebruikers, niet andersom.” Nieuwe gebouwen moeten flexibel, circulair en inspirerend zijn, maar pas als ze aansluiten bij de behoeften van mensen – medewerkers, huurders en bezoekers – zijn ze echt succesvol.

De masterclass laat zien dat de toekomst van vastgoedbeheer niet alleen gaat over technologie, data of duurzaamheid. Het gaat om het menselijk perspectief: wie gebruikt het gebouw, hoe past het bij hun behoeften en welke impact heeft het op de omgeving? Pas als we de mens centraal stellen in ontwerp en beheer, worden slimme gebouwen ook echt slimme plekken om te wonen, werken en ontmoeten.

VGME en FHI bundelen hun krachten

FHI Gebouw Automatisering en de stichting Vastgoedmanagers & Experts (VGME) gaan de samenwerking aan om hun kennis en netwerken te verbinden. De samenwerking brengt twee werelden samen. VGME richt zich op het managen en optimaliseren van vastgoed, FHI Gebouw Automatisering richt zich op de technologieën die gebouwen duurzamer, efficiënter en toekomstbestendiger maken. Samen streven de organisaties ernaar om kennis en expertise uit te wisselen, en zo waarde toe te voegen voor hun leden en de sector als geheel.

FHI, federatie van technologiebranches
en_GBEnglish (UK)