Vijf vragen aan Hans Zijlstra, de nieuwe voorzitter van Industriële Elektronica
Hans Zijlstra is de nieuwe voorzitter van de branche Industriële Elektronica. Hij volgt Dirk Stans op die per 1 juli bestuursvoorzitter is van FHI. Voor velen is Hans een bekend gezicht en het was dan ook geen verrassing dat hij de voorzittershamer overnam van Dirk. We stelden hem vijf vragen over zijn achtergrond en visie voor de branche.
Kan je wat meer over jezelf vertellen?
Mijn naam is Hans, 57 jaar jong en getrouwd met Gonda. We wonen met onze twee studerende zoons in Apeldoorn. De meeste FHI-leden kennen mij als commercieel directeur van Elincom en dochteronderneming EEMC. Onlangs vierde ik mijn 25-jarig jubileum bij mijn werkgever waar ik in 1999 startte als productmanager. In datzelfde jaar trouwde ik met Gonda en raakte ik betrokken bij FHI. 1999 is dus een bijzonder jaar voor mij! In mijn vrije tijd sport ik graag: ik doe aan bootcamp, golf, tennis en ik ren elke zondag tussen de 15 en 25 kilometer.
Waarom heb je gereageerd op deze functie?
Ik was al een tijdje de vicevoorzitter van de branche. Toen duidelijk werd dat Dirk een andere rol kreeg binnen FHI heeft Marc gevraagd of ik interesse had om de nieuwe voorzitter te worden. Ik heb geen moment getwijfeld.
Wat spreekt je het meest aan in FHI?
Allereerst de goede sfeer. Het is een echte vereniging, dus het netwerken en het contact leggen staan centraal. FHI is van de leden en voor de leden. Daar werd ik door gegrepen toen ik voor het eerst het kantoor binnenstapte. Het is een heel andere dynamiek dan bij een commerciële beursorganisatie. Je spreekt mensen waar je normaal gesproken geen contact mee hebt, omdat ze bijvoorbeeld bij de concurrent werken. Dat levert vaak verrassende inzichten op. Wat ik ook heel prettig vind aan FHI is de praktische support op het gebied van HR, marketing en beursstatistieken. Dat is makkelijk en het scheelt veel tijd.
Wat is je leukste FHI-herinnering?
De meerdaagse excursies met FHI-leden zal ik nooit vergeten. Natuurlijk is het fantastisch om mee te doen aan een beurs of event. Maar als je met een kleine groep gelijkgestemden samen twee intensieve dagen doorbrengt, levert dat unieke ervaringen op die ook zakelijk gezien impact hebben. Om een voorbeeld te noemen: met de DevClub (development club, red.) gingen we in het verleden elk jaar twee dagen naar een zeilschool in Lemmer. De eerste dag stond in het teken van inhoudelijke verdieping en de tweede dag gingen we met elkaar zeilen. Dat was echt super. Je maakt vrienden voor het leven en tegelijk werk je met elkaar aan zakelijke doelen.
Wat is jouw visie voor de branche Industriële Elektronica?
Ik zou graag meer diversiteit zien, zowel op zakelijk als op menselijk vlak. De FHI-branches functioneren nog steeds als zuilen en dat is niet meer van deze tijd. In de praktijk is vaak sprake van overlap tussen de verschillende branches, of een bedrijf switcht van branche door veranderende bedrijfsactiviteiten. Individuele branches kunnen aanhaken bij deze ontwikkelingen door intensiever samen te werken en samen projecten op te pakken.
Diversiteit is ook gewenst op het menselijke vlak. Als je naar een ALV of andere bijeenkomst gaat, tref je vooral blanke mannen van middelbare leeftijd. Dat zie je niet alleen bij FHI, maar in de hele elektronicasector. Het zou mooi zijn als er meer variatie was in sekse, leeftijd en etnische afkomst zodat je niet steeds vanuit hetzelfde perspectief naar een probleem of kwestie kijkt. Hiermee creëer je uiteindelijk meer betrokkenheid en commitment en bereik je nieuwe doelgroepen.
De vraag is hoe je dit voor elkaar krijgt. Hoe bereik je bijvoorbeeld generatie Z die alles online doet en zelden de telefoon oppakt? Dat doe je door meer te bieden dan alleen het organiseren van beurzen en events én door buiten de gebaande paden te treden. We communiceren nog steeds overwegend op de traditionele manier via vakbladen, mailings en de website. Maar generatie Z leest geen vakbladen en vult geen nieuwsbriefformulier in. Zij communiceren via andere kanalen, dus daar moeten wij als vereniging ook aanwezig zijn. Daar wil ik als voorzitter op inzetten.