In een tijd waarin grote maatschappelijke vraagstukken sterk verbonden zijn met technologie, wijst wetenschapsjournalist Diederik Jekel de leden van FHI op hun verantwoordelijkheid. “Als jullie iets maken, kopen of verkopen dat door miljoenen mensen wordt gebruikt, dan heb je impact. En dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee.”
De algemene ledenvergadering van FHI sluit traditiegetrouw af met een lezing door een gerenommeerde spreker. Dit jaar met wetenschapsjournalist Diederik Jekel. Hij benadrukt het belang van communicatie in wetenschap en technologie, want, zo stelt Diederik: het succes van een technologische toepassing staat of valt met de communicatie.
Kaassaus
“Stel je bent op een verjaardag en je legt uit wat je werk inhoudt. Krijg je dan ook zo’n glazige blik van je gesprekspartner?” Een lach van herkenning stijgt op uit de zaal. “Bij elke vorm van communicatie is het belangrijk om na te denken met wie je praat en wat je wilt bereiken. Pas je verhaal daarop aan.”
Op het scherm verschijnt een afbeelding van een broccoli. “Stel, je verkoopt broccoli. De een wil er vette kaassaus over, de ander oosterse kruiden. De truc is om de juiste topping te vinden.” Ditzelfde principe past Diederik toe op communicatie. “Je moet in de leefwereld van je toehoorder stappen. Goede communicatie begint bij interesse in de ander. Bedenk dat je kunt aanpassen hoe je praat, maar niet hoe de ander luistert. Misschien heb je wel de verkeerde saus gekozen.”
Kat of hond?
Onder het motto “We zijn met nerds onder elkaar en we houden van techniek,” neemt Diederik de zaal mee terug naar de basis. Met een heldere uitleg brengt hij de werking van computers terug tot simpele schakelaars. “Met alle respect voor programmeurs, maar programmeren is niet zo ingewikkeld,” concludeert hij.
“Programmeurs moeten echter wel oplossingen bedenken voor dingen die moeilijk vast te leggen zijn in regels,” vervolgt Diederik. “Voor context heb je een nieuwe statistische verdeling nodig.” Hij legt aan de hand van large language models uit dat juist de context problematisch is. Een computer kan niets met woorden; die moeten worden omgezet in getallen. Elk stukje informatie krijgt een waarde.
Tijd om zelf aan de slag te gaan. Met een spelletje krijgt hij de zaal in beweging. Op het scherm verschijnen foto’s van honden en katten. Diederik vraag het publiek om te bepalen of we een hond of een kat voor ons hebben. De afbeeldingen worden steeds kleiner, maar zelfs bij 17×17 pixels weet het publiek unaniem het juiste antwoord. Mensen kunnen dit door een bijzondere combinatie van licht, ogen, neuronen en jaren training.
Hoe doet een computer dit? Door elk stukje informatie te wegen en een waarde toe te kennen. Er zijn altijd maar een beperkt aantal afwegingen, maar de weging van de afweging bepaalt uiteindelijk wat de computer ziet. Op basis van de weging komt de computer tot een conclusie. “Eigenlijk doet de computer niets anders dan wat je neuronen in je hersenen doen.”
Baksteen
Er komen veel grote maatschappelijke vraagstukken op ons af met een sterke technologische component. De adoptie van de technologieën hangt af van onze communicatie, concludeert Diederik. “Elke uitvinding is als een baksteen: je kunt er een huis mee bouwen of iemands hoofd inslaan – het hangt ervan af hoe je hem gebruikt.”
Diederik spreekt de zaal direct aan: “Jullie hebben meer impact op de samenleving dan de bakker op de hoek. Als jullie iets maken, kopen of verkopen dat door miljoenen mensen wordt gebruikt, dan heb je impact. En dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee.” En met deze boodschap eindigt Diederik zoals hij zijn verhaal begon.