“Iedereen wil groene stroom, maar niemand wil een windmolen in zijn achtertuin”
“De weerstand die datacenters lange tijd tegen de bemoeienis van de overheid leken te hebben is niet terecht. De aandacht van de overheid voor deze sector is eigenlijk gewoon een compliment: de overheid is het belang van datacenters en de digitale infrastructuur van ons land gaan inzien. Daar hoort ook regulering bij.” Aan het woord is Robbert Hoeffnagel, dagvoorzitter tijdens het IT Infra & Telecom Infra event op 1 december in congrescentrum 1931 in ‘s-Hertogenbosch. Hoeffnagel is sinds 1989 betrokken bij de sector, eerst als hoofdredacteur van diverse IT-tijdschriften, later als bestuurslid, adviseur en zelfstandig publicist. Hij heeft een uitgesproken mening over verduurzaming van de IT-infrastructuur en de meerwaarde van datacenters voor de Nederlandse economie.
“Datacenters zijn vaak negatief in het nieuws: ze slurpen energie, vervuilen het milieu en zien er lelijk uit. Maar de keerzijde is dat ze duizenden banen verschaffen en een cruciale rol spelen in onze maatschappij en economie. Iedereen is afhankelijk is van datacenters en telecommunicatie. Die meneer die een klacht indient bij zijn gemeente over plannen voor een nieuw datacenter, verzendt zijn bezwaar via een computer die is verbonden met een datacenter. Daarom ben ik blij dat de overheid datacenters nu ook bestempelt als bedrijfskritische industrie waar we simpelweg niet zonder kunnen.”
Problemen met Google
Veel problemen komen volgens Hoeffnagel voort uit gebrekkige informatievoorziening en wederzijds onbegrip. “Iedereen wil groene stroom, maar niemand wil een windmolen in zijn eigen achtertuin. In Duitsland werd hyperscaler onlangs teruggefloten, omdat de lokale gemeenschap bang was dat het datacenter zoveel water zou verbruiken dat er niets voldoende voor hen zou overblijven. Deze datacenterfirma had kennelijk niet hard kunnen maken hoeveel voordelen een datacenter heeft voor de lokale economie en dat het wel degelijk mogelijk is om een datacenter duurzaam in te richten. Een gemiste kans.”
Weerstand
Datacenters zijn zelf ook debet aan de weerstand in de maatschappij, omdat zij lange tijd onvoldoende hebben gecommuniceerd, terwijl de informatie die zij gaven vaak gekleurd was en niet inging op de vragen en zorgen die (lokale) overheden en burgers vaak hadden en nog steeds hebben, aldus Hoeffnagel. “Als sector is het cruciaal dat je je verplaatst in de doelgroep. Of dat nu een potentiële opdrachtgever is of een gemeente die een vergunning moet afgeven. Of een lokale politieke partij die de komst van een datacenter met argusogen bekijkt. Als zij jou niet begrijpen of niet snappen waarom een bepaalde uitbreiding of nieuwbouw op die plek nodig is, dan kun je wel zeggen dat ‘die ambtenaar’ of ‘die lokale politicus’ er niets van begrijpt – opmerkingen die ik letterlijk heb horen maken – maar zou het ook zomaar kunnen zijn dat je de voordelen en de impact van de komst van data datacenter niet goed hebt uitgelegd.”
“Ook ten aanzien van verduurzaming hebben we dat lange tijd gezien”, vervolgt Hoeffnagel. “Terwijl er al lang technische oplossingen en methoden beschikbaar waren om de milieuimpact van datacenters te verkleinen, kreeg het onderwerp lange tijd veel te weinig aandacht. Men zag het waarschijnlijk lange tijd vooral als kosten die men liever niet maakte. Om een voorbeeld te noemen: in veel datacenters worden koelinstallaties nog altijd gereinigd en van biofilms ontdaan met chemische producten die vervolgens worden geloosd. Terwijl er wel degelijk middelen op de markt zijn om dit op een manier te doen die veel minder impact op het milieu heeft.”
Op zich is dit ook wel begrijpelijk, meent Hoeffnagel. Veel datacenters en hun klanten – hostingbedrijven, IT-afdelingen – richten zich vooral op beschikbaarheid. De applicaties die in het datacenter ‘draaien’ dienen altijd en conform de SLA beschikbaar te zijn. Veranderingen zijn dan al snel risico’s die de beschikbaarheid in gevaar kunnen brengen. Toch ontkom je er als sector die zo belangrijk is er niet aan om ook naar andere onderwerpen te kijken. Zoals duurzaamheid. De uitdaging is dan alleen wel dat je als sector voldoende kennis over duurzaamheid ontwikkelt. Ik vraag me nog steeds af waarom er bijvoorbeeld in ons land geen kennis- en expertisecentrum is voor verduurzaming van datacenters en ICT.”
Nieuw bewustzijn
“Inmiddels zien we – gelukkig – dat er meer aandacht voor verduurzaming is gekomen. Datacenters lijken eindelijk de (ook financiële) voordelen in te zien van een groener beleid. Koeling kost stroom, maar het levert ook restwarmte op die je kan hergebruiken of verkopen en dit levert geld op. Er zijn nu zelfs datacenters die zich bewust als ‘groen’ presenteren. Zij laten zien dat het kan. Helaas zien we alleen nog wel vaak dat datacenters als eilandjes worden gezien, terwijl ze natuurlijk ook gewoon onderdeel van een keten kunnen zijn. Nu lukt hergebruik van restwarmte vaak niet omdat er in de buurt geen potentiële afnemers zijn of dat die afnemers hogere temperaturen nodig hebben. Door beter of anders naar vestigingseisen te kijken en al in het design rekening te houden met de mogelijkheden die de lokale omgeving bieden, kunnen we veel beter naar dit soort samenwerkingsverbanden kijken. Als datacenters inderdaad meer diensten op het gebied van energie willen leveren – restwarmte, maar bijvoorbeeld ook samenwerking met netwerkbeheerders – dan zullen we anders naar de vestigingsvoorwaarden moeten kijken.”
Hoeffnagel is blij is met de vooruitgang op milieugebied, al gaat het wat hem betreft niet snel genoeg. “Ik heb wat ‘activistische’ trekjes als het gaat om verduurzaming van de sector. Noem het maar inspiureren. En ik sta daar niet alleen in. Ook bij het IT Infra en Telecom Infra event willen de branche inspireren en laten zien dat beschikbaarheid van diensten, gezonde business en verduurzaming elkaar helemaal niet hoeven uit te sluiten, maar elkaar juist kunnen versterken. Maar dan moeten we wel naar slimme en innovatieve manieren van werken kijken. Daarom hebben we bijvoorbeeld Dirk Harryvan van Certios uitgenodigd als plenaire spreker. Hij zal aantonen hoe het energieverbruik in de ICT kan worden teruggedrongen door de inzet van de Server Idle Coëfficiënt (SIC) en de Data center Idle Coëfficiënt (DcIC). Dat zijn coëfficiënten waarmee je kan uitrekenen wat het potentieel is aan energiebesparing in serverapparatuur.”
Nederland toppositie
Maar het draait niet alleen om verduurzaming tijdens het event. Het gaat heel goed met de IT en telecom sectoren en dat mag volgens Hoeffnagel ook wel eens gezegd worden. “Nederland hoort bij de wereldtop als het gaat om datacenters. Dat is een geweldige prestatie voor zo’n klein land en natuurlijk willen we die positie vasthouden.”
De populariteit van Nederland als zeer succesvol ‘datacenterland’ is volgens Hoeffnagel goed verklaarbaar. “Kijk alleen al naar de uitstekende kabelverbindingen met de rest van de wereld.” Maar er ligt een gevaar op de loer en daar zal de tweede plenaire spreker, Andrew van der Haar van de Fiber Carrier Association, het tijdens zijn presentatie over hebben. Hoeffnagel: “We zijn als land een beetje achterover gaan leunen. Vanuit meerdere kanten horen we inmiddels de waarschuwingen dat andere landen veel (overheids)geld steken in het realiseren over zeekabels voor dataverkeer. Daarmee positioneren die landen zich meer en meer als serieuze concurrenten voor ons land. We moeten echt oppassen dat we onze toppositie niet verspelen. Daarom ben ik blij dat Van der Haar komt spreken over de connectiviteit van Nederland. Met andere woorden: hoe kunnen we als land onze concurrentiepositie op peil houden en zelfs verbeteren?”
Beter opleiden en informeren
Een ander thema dat tijdens het event aan de orde komt heeft te maken met de samenwerking tussen datacenters, toeleverende bedrijven en de overheid. “Bedrijven zien soms door de bomen het bos niet meer. De industrie heeft met meerdere ministeries te maken, om nog maar te zwijgen over de belangen van provincies en gemeenten. Voeg daarbij dat de wereld er vanuit – zeg – een gemeenteambtenaar toch echt anders uit ziet dan vanuit een datacenter die ‘even’ een vergunning nodig heeft voor nieuwbouw of uitbreiding. Ik hoor regelmatig verhalen van vergunningsaanvragen die worden afgewezen of vergunningen die eindeloos op zich laten wachten. Of dit dan komt doordat de betrokken ambtenaren “er niets van snappen” – een klacht die ik regelmatig hoor – of dat de aanvraag onvoldoende was beargumenteerd weet ik niet. Maar dat er aan de communicatie tussen sector en overheid nog veel te verbeteren valt lijkt mij duidelijk. En dat begint bij meer en beter begrip van elkaars positie en belangen. Zeker als we als datacenter bijvoorbeeld ook met restwarmte aan de slag willen. Dan zijn er straks nog meer mensen en partijen bij betrokken en zullen we elkaar echt beter moeten leren begrijpen.” Tijdens het IT Infra en Telecom Infra event komt dit onderwerp uitgebreid aan bod tijdens de paneldiscussie.
Green Deal
Omgekeerd moet ook het bedrijfsleven beter geïnformeerd worden over overheidsprocessen en hoe ze het beste een vergunning kunnen aanvragen, vindt Hoeffnagel. “We hebben niet alleen te maken met regels en wetten vanuit Nederland, wat al complex genoeg is, maar ook met de aangescherpte milieuwetgeving vanuit de Europese Unie, bijvoorbeeld via de zogenoemde ‘Green Deal’. Volgens deze ‘deal’ moet heel Europa in 2050 klimaatneutraal zijn. Een enorme uitdaging, zeker ook voor de IT- en telecomsector.”
De toenemende bemoeienis van de EU en lokale overheden roept weerstand op bij ondernemers. Hoeffnagel: “Omgevingsdiensten controleren steeds vaker en willen meer weten. Het kost tijd en geld om al deze informatie aan te leveren en daar zijn bedrijven niet blij mee. Maar ze móeten wel meewerken, dat zijn ze nu eenmaal verplicht. Er zit dus maar één ding op: datacenters en telecombedrijven moeten hun bedrijfsvoering aanpassen. De informatieplicht is er nu eenmaal, dus zorg dat je daar zo goed mogelijk aan voldoet en dat je voorbereid bent. En als je dan toch allerlei milieugerelateerde informatie vastlegt, wat kun je daar dan in je bedrijfsvoering verder nog mee? Zie de overheid daarom niet zozeer als een vijand, maar ga samen staan voor duurzaamheid en innovatie. Alleen zo behoudt Nederland haar toppositie binnen de wereld van IT en telecom. Vandaar ook mijn pleidooi voor een expertisecentrum waar de kennis en ervaring op dit gebied kan worden gebundeld.”
Kosteloos aanmelden
Is je nieuwsgierigheid gewekt en wil je meer weten over de nieuwste ontwikkelingen binnen de IT en Telecom infrastructuur-sectoren? Kom dan naar het event, op 1 december in Den Bosch.