Vijf jaar geleden voorspelde Daniela Salvatori dat we nu zouden spreken van ‘gehumaniseerde wetenschap’. Als wetenschappelijk directeur van het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) zet ze zich onvermoeibaar in voor een toekomst zonder proefdieren. “De technologie is er. Nu moeten we vooral anders durven samenwerken.”

Daniela Salvatori is een uitgesproken pleitbezorger van proefdiervrije innovatie. Ze is dierenarts en hoogleraar Vergelijkende Anatomie en Fysiologie aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast is ze wetenschappelijk directeur van het Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT), dat via het Nationaal Groeifonds tientallen miljoenen euro’s ontving. Salvatori werkt aan een radicaal andere onderzoekspraktijk: een die vertrekt vanuit de mens, niet vanuit het dier. Haar missie: geneesmiddelen ontwikkelen die werken – zónder dierproef.

U zei in 2020 dat we in 2025 zouden spreken van gehumaniseerde wetenschap. Is die voorspelling uitgekomen?
“De kern van gehumaniseerde wetenschap is dat we betrouwbare data gebruiken om betere medicijnen te ontwikkelen. Dierproeven leveren vaak geen relevante informatie op, omdat proefdieren zoals muizen meestal via inteelt worden gefokt. Daardoor zijn ze genetisch vrijwel identiek, wat ver afstaat van de genetische diversiteit van de mens. Bovendien worden proeven vaak uitgevoerd op dieren van één geslacht. De menselijke populatie is juist extreem divers – in geslacht, genetica, leefstijl en behoeften. Als we werken met menselijke cellen, bijvoorbeeld van patiënten zelf, krijgen we veel betrouwbaardere en relevantere resultaten. Dus ja, we zijn een heel eind gekomen, maar we zijn er nog niet.”

Wat is er de afgelopen jaren echt veranderd in de praktijk?
“Zowel de FDA als de EMA zetten stappen. In de VS is de Food and Drug Modernization Act aangenomen. Die erkent dat medicijnen ook getest kunnen worden met nieuwe methoden, zónder dieren. Dat is echt een grote doorbraak. Tegelijk blijft de praktijk weerbarstig: regelgeving, industrie en wetenschap moeten nauwer samenwerken. Anders praten we langs elkaar heen.”

Hoe pakt het CPBT dat concreet aan?
“Wij brengen alle partijen bij elkaar: onderzoekers, farmaceuten, patiënten, beleidsmakers. Neem ALS als voorbeeld. Een dodelijke ziekte waarvoor tientallen jaren dierproeven zijn gedaan. Zonder resultaat. Wij gebruiken zulke ziektes als casus om knelpunten in het systeem bloot te leggen. Hoe kunnen we efficiënter en mensgerichter werken? En wat hebben bedrijven nodig om die overstap te maken? Want als een farmaceut op dierdata vertrouwt die niet representatief blijkt, verliest het bedrijf niet alleen geld, maar ook kostbare tijd voor patiënten.”

Is de technologie al zover dat we echt afscheid kunnen nemen van dierproeven?
Technologisch is er ongelooflijk veel mogelijk: organ-on-chips, AI-gestuurde modellen, stamceltechnologie. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Maar technologie alleen is niet genoeg. We moeten ook zorgen dat deze methodes gestandaardiseerd, gevalideerd en breed geaccepteerd worden. Dat is kostbaar en complex. We werken in een heel nieuw systeem, met andere uitgangspunten. Dat vraagt om samenwerking vertrouwen, én geduld.”

Het CPBT heeft als doel om in 2044 dierproeven in het preklinische onderzoek volledig uit te faseren. Is dat haalbaar?
“Het is ambitieus, maar we hebben geen tijd te verliezen. Met het CPBT alleen gaan we dit doel niet halen, maar we zijn onderdeel van een bredere internationale beweging. Als we andere manieren van werken ontwikkelen én de mindset veranderen, kunnen we echt een kantelpunt bereiken. Dan maken we de weg vrij voor volledige vervanging.”

Sommigen zeggen dat volledige vervanging niet mogelijk is. Wat vindt u?
“Dat hoor ik vaak, maar ik daag dat uit. Tijdens de COVID-pandemie ontwikkelden we binnen een jaar een vaccin, met sterk gereduceerde dierproeven. Waarom? Omdat de urgentie er was. Ineens bleek wat mogelijk is. Waarom zouden we die urgentie niet voelen voor miljoenen dieren per jaar én voor patiënten die betere therapieën nodig hebben? Zolang we betere technologie hebben, hebben we ook de morele plicht om die te gebruiken.”

Verandering vraagt ook om een cultuuromslag. Hoe draagt het onderwijs daaraan bij?
“Studenten zijn vaak gevoeliger voor deze boodschap dan gevestigde onderzoekers. Maar in de universitaire curricula ontbreekt structureel aandacht voor hoe je het juiste model kiest. Wij willen dat studenten vanaf dag één leren denken in menselijke modellen. Daarom werken we op internationale schaal samen aan lesmateriaal en starten we een studentambassadeursprogramma om studenten onderling in beweging te krijgen.”

Hoe zorgt u ervoor dat het debat niet polariseert, maar juist verbindt?     
“Door open dialoog te faciliteren. We brengen mensen samen die al dierproefvrij werken en mensen die dat (nog) niet doen. Niet iedereen voelt zich direct veilig om te veranderen – en dat mag. Emoties horen erbij. Als iemand geraakt is, dan is dat omdat het onderwerp ertoe doet. Wij geven ruimte aan die zorgen én aan de inspirerende voorbeelden. Zo bouwen we aan vertrouwen.”

Wil je meer weten? Daniela Salvatori is een van de sprekers tijdens het seminar Van labdier naar labmodel: proefdiervrije toekomst in het lab op donderdag 25 september tijdens de vakbeurs LabNL. Ontdek welke technologieën nu én in de toekomst het verschil maken – en zie hoe de toekomst van proefdiervrije innovatie vorm krijgt.

Aanmelden

 

LabNL: de toekomst van laboratoriumtechnologie begint hier

Ontdek de wereld van laboratoriumtechnologie op LabNL. Hier komen kennisdeling, innovatie en netwerken samen om bezoekers een unieke inkijk te geven in de toekomst van laboratoriumtechnologie. Verbreed je horizon en verken de nieuwste ontwikkelingen in de laboratoriumsector. Exposanten informeren je over de nieuwste oplossingen, producten en innovaties. Deskundigen delen hun kennis tijdens het uitgebreide seminarprogramma. Volg lezingen en workshops over diverse analysetechnieken, ontwikkelingen in de life sciences en het lab van de toekomst.

FHI, federatie van technologiebranches
en_GBEnglish (UK)