VIRO legt zich toe op systeemintegratie voor Machinebouw en Industriële Projecten

VIRO legt zich toe op systeemintegratie voor Machinebouw en Industriële Projecten Door: VIRO

In LinkMagazine gaan Jacob Vlasma en Edwin Brunenberg uitgebreid in op de toegevoegde waarde die VIRO opdrachtgevers levert op het gebied van systeemintegratie voor Machinebouw en Industriële Projecten. VIRO kan de hele keten – van specificatie tot realisatie en inbedrijfname van een machine of installatie bestrijken.

VIRO is een multidisciplinair ingenieursbureau dat voor opdrachtgevers,  op systeemintegratie, de totale keten – van specificatie tot realisatie en inbedrijfname van een machine of installatie – kan bestrijken. Komend vanuit een mechanische oriëntatie heeft VIRO zich de afgelopen jaren versterkt in elektrotechniek & instrumentatie en software & control. Daardoor kan VIRO systeemintegratie verzorgen in zowel industriële projecten, waar de scope altijd al de complete installatie betrof, als in de machinebouw, waar systeemarchitectuur en geavanceerde besturing tegenwoordig de toegevoegde waarde bepalen.

Sterk in systeemarchitectuur

VIRO telt 700 medewerkers en heeft naast het hoofdkantoor in Hengelo (Ov) nog vier vestigingen in Nederland, drie in Duitsland en één in Oostenrijk. Het internationaal opererende ingenieursbureau is gespecialiseerd in engineering en projectmanagement en legt zich specifiek toe op Product Engineering, Machinebouw en Industriële Projecten.

‘Holistische’ blik

VIRO stond bekend als mechanisch georiënteerd ingenieursbureau, maar in industriële projecten werkte het altijd al multidisciplinair. Dat zegt Edwin Brunenberg, afdelingshoofd Industriële Projecten in Echt. ‘Met elektro- en instrumentatietechniek, plant design, constructie en bouwkunde bestrijken wij een breed scala aan disciplines voor opdrachtgevers in onder meer de marktsegmenten chemie, energie en papier. We kijken altijd naar de fabriek of productiefaciliteit als geheel. Die moet maximaal efficiënt draaien, door met zo weinig mogelijk downtime maximale output te genereren. Om dat te kunnen realiseren, heb je in engineering een totaalblik nodig en kun je je niet blindstaren op technische details.’


Machinebouw

In de machinebouw is een brede, ‘holistische’, blik eveneens noodzaak, verklaart Jacob Vlasma, vestigingsleider Hengelo. ‘De hightech ontwikkelt zich snel, de interacties tussen de verschillende deelsystemen worden telkens omvangrijker en daardoor neemt de complexiteit van projecten toe. Wij gaan daarin graag mee; dit geeft extra uitdaging in ons werk. Daarom hebben we ons versterkt in hardware engineering en routing, voor elektrotechniek en instrumentatie, en in software engineering, voor de besturing, al met al samengevat in SIM (Smart Industrial Machinery). Daardoor zijn we een volwaardige partner voor onze klanten, zodat zij zich kunnen concentreren op hun specialisme. Wij beheersen de zaken eromheen, inclusief de hele supply chain. Onze klant doet de systeemintegratie voor zijn machine, wij voor de module of deelmachine die wij hem leveren.’

Als multidisciplinair ingenieursbureau hanteert VIRO voor machinebouwprojecten het bekende V-model, vertelt Jacob Vlasma. ‘Veel klanten werken daar ook mee. Het helpt ons om de engineeringprocessen goed vast te leggen en de juiste informatie op het juiste moment met de juiste teamleden te delen, intern en bij de klant. Vooral in de beginfase van een project werken we nauw samen met de klant, om goed te weten wat hij wil en meteen te kunnen valideren of dat overeenkomt met wat wij ontwikkelen.’ Het begint allemaal bij de klantvraag. ‘Soms stellen we samen de specificaties op en ontwikkelen we een concept, soms doen we eerst een haalbaarheidsstudie voor het nieuwe product of systeem.’ Is er vertrouwen in het nieuwe product, dan gaat VIRO de specificaties detailleren door de verschillende stakeholders bij de klant – uit management, productie, testafdeling, enzovoort – te bevragen. ‘Met het team, onder leiding van een systeemarchitect, vertalen we de vraag naar een functioneel overzicht: welke functies nodig zijn om aan de specificaties te kunnen voldoen. Dat functionele overzicht werken we uit naar een systeemontwerp. Daarbij gaan we met de verschillende disciplines samen om tafel om de interactie tussen de deelsystemen in beeld te krijgen en te houden. Door in sprints te werken en demo’s te maken controleren we regelmatig of die informatie goed is begrepen, om zo een wildgroei aan interpretaties te voorkomen. We zorgen ook dat de supply chain vroeg in het ontwikkelingstraject aangesloten raakt, zodat die kan meedenken over de maakbaarheid. Want we laten wel prototypes en kleine series bouwen, maar het is niet onze ambitie om zelf serieproductie te gaan verzorgen. Voor de aansturing van dit engineeringproces hebben we een goed team van projectmanagers en systeemarchitecten staan. Deze procesbeheersing in combinatie met het persoonlijk contact met de klant maakt ons sterk.’ Wel wil Vlasma de bezetting van hardware en software engineering nog uitbreiden. ‘Het doel is om de afdeling te laten doorgroeien naar zo’n 55 tot 60 fte in 2021.’ In die ambitie past de recente overname van softwarebedrijf Dacon ECPzie de Nederlandstalige april-uitgave van Link.

Industriële projecten

De V-model-aanpak is al wat langer gangbaar in de industriële tak, vult Edwin Brunenberg aan. ‘Binnen de industriële projecten lag de focus altijd al op systeemintegratie, waarbij in de conceptfase veel tijd gaat zitten in de afstemming tussen de disciplines. Want de industrie is gewend om de feitelijke engineering en realisatie van installaties in stukken te hakken en bij verschillende partners, c.q. contractors neer te leggen. Bovendien zien wij de trend dat de eindklant steeds minder technische kennis heeft. Dat betekent dat wij de klant in een project moeten behoeden – op zowel concept- als detailniveau – voor technische problemen die hij zelf niet meer kan voorzien. Bijvoorbeeld op het gebied van machine- of procesveiligheid: bij sommige aanpassingen in een bestaande installatie is de veiligheid niet meer te waarborgen.’

Voor de aanpak van systeemintegratie leren binnen VIRO de werelden van Machinebouw en Industriële Projecten van elkaar, aldus Brunenberg. ‘Ze lijken ver uit elkaar te liggen; de millimeters nauwkeurigheid in een procesinstallatie bijvoorbeeld zijn bij lange na niet voldoende voor een semicon-machine. Qua proces matchen ze echter wel, met name in het projectmanagement en de disciplines besturingstechniek en elektrotechniek. Wel zien we dat bijvoorbeeld een besturing in de industrie 10 tot 15 jaar moet meegaan zonder dat wijzigingen nodig zijn, terwijl in machinebouw veel sneller updates mogelijk zijn.’

Nieuw aanbestedingsmodel

De procesindustrie is wat behoudender dan de hightech, verklaart Brunenberg, maar uiteraard speelt VIRO ook voor deze branche in op de nieuwe technologische ontwikkelingen. ‘Besturingen worden slimmer en daarbij komt de intelligentie op een lager niveau in de machine of installatie te liggen. En mechatronica gaat meer en meer ‘ouderwetse’ aandrijvingen vervangen.’ Maar rond Industrie 4.0 en Internet of Things (IoT) ziet hij nog geen revolutie uitbreken. ‘De techniek is allang beschikbaar. Hoewel de sensoriek goedkoper is geworden en big data tegenwoordig heel eenvoudig is te verwerken, ben ik nog niet vaak verrast door een briljante invalshoek of een echt nieuwe business case. De kennis en kunde en de techniek voor IoT is er, nu is het zaak om ‘out of the box’ te gaan denken.’

Wel spectaculair zijn de veranderingen in de relatie met opdrachtgevers voor industriële projecten. Brunenberg doelt op het aanbestedingsmodel en illustreert dit met een project voor TenneT, beheerder van hoogspanningselektriciteitsnetten. Dat betrof de engineering van nieuwe schakel- en verdeelstations en met name ook de renovatie van bestaande. ‘Voorheen moesten wij die engineeren conform gedetailleerde voorschriften van TenneT over hoe die stations moesten worden gebouwd. In het model van UAVgc (een geïntegreerde contractvorm waarin de verantwoordelijkheid voor het ontwerp is verschoven van de opdrachtgever naar de opdrachtnemer, red.) kunnen wij op basis van de eisen die de opdrachtgever heeft opgesteld de invulling grotendeels zelf bepalen. Uiteraard moeten we aantonen dat het resultaat aan alle requirements voldoet. VIRO heeft voor TenneT deze nieuwe werkwijze als eerste ingenieursbureau opgepakt. Dat kostte bloed, zweet en tranen, maar samen met de opdrachtgever zijn we tot een goed resultaat gekomen.’ Over integratie gesproken.

Geïnteresseerd of benieuwd wat VIRO voor u kan betekenen? Neem dan contact op met:

Jacob Vlasma (+31 74 850 4000, j.vlasma@viro.nl)
Vestigingsleider
Vestiging Hengelo

Edwin Brunenberg (+31 6 535 841 23, e.brunenberg@viro.nl)
Afdelingshoofd Industriële Projecten
Vestiging Echt

Zij komen graag bij u langs of staan u te woord in de dichtstbijzijnde VIRO vestiging.